Konteklopper = mattenklopper

Skeerwaeter = after shave

Bijnaam voor het gedeelte van het dorp ten noorden van de Oude Rijn (de wijken Hoornes en Rijnsoever)

Fiebeldekwink = een spring in’t veld, een levendig persoon

Raerderig = raar, vreemd

Anrikkemedere = aanraden (to recommend)

Aerepelskilmesje = aardappel schilmesje, dunschiller

Draekstien = belhamel, kwajongen

Een knoop geve = schelden / vloeken Ik stootte mn teen en ik gaf me daer een knòòp!

Zulleverpepier = aluminiumfolie